
“Het woord Ontmoeting, Incontro, sprong er voor mij uit. Dat woord heb ik uitgehakt in steen en hout en het is de titel van de tentoonstelling geworden!!”
Als ik aan Celleno denk, zie ik de weg naar het dorp voor me. De weg leidt over een hooggelegen rug in het landschap met een prachtig vergezicht. Hij wordt steeds smaller en voert langs het klooster en aan het eind van het dorp vind je de ruïne van het oude dorp en het kasteel.
In 2018 was ik 56 jaar en werkte niet meer actief als beeldend kunstenaar. Na het voltooien van de kunstacademie in 1989 heb ik 4 jaar fulltime als kunstenaar gewerkt in Utrecht. Daarna zocht ik parttime werk, omdat ik behoefte had meer met mensen te werken en meer actief in de maatschappij te staan. Vijf jaar werkte ik op de meldkamer van de Politie Gooi en Vechtstreek. Na onze verhuizing naar Middelburg in 1998 heb ik een opleiding Didactische Bijscholing voor Kunstenaars gevolgd en ben daarna gaan werken bij Galerie Atelier De Kaai in Goes, een atelier voor mensen met een beperking. Tot mijn vijftigste heb ik dat gecombineerd met mijn kunstenaarschap. Maar het werk bij De Kaai nam zoveel tijd en energie in beslag en leverde ook zoveel plezier op, dat ik besloot om te stoppen als uitvoerend kunstenaar. Ik heb me volledig gestort op het werk van de talenten bij De Kaai te presenteren in de reguliere kunstwereld. Het werk van Marianne Schipaanboord is geëxposeerd in Londen, Wenen, New York en nu in Museum Belvédère in Heerenveen. Over haar is de documentaire ‘Paradijs Glaswater’ gemaakt, waaraan ik intensief heb meegewerkt.
Toen Kees en ik de mogelijkheid kregen om twee maanden in Celleno te gaan werken aarzelde ik geen moment. Ik zag het als een goede gelegenheid mijn werk weer op te pakken, en zonder afleiding in afgebakende tijd een project te doen. In alle vrijheid los van al het vorige werk weer iets nieuws te ontwikkelen. Het werd een intense, confronterende, inspirerende ervaring!
Ik had vooral tekenpapier, tekenboekjes, inkt en ecoline meegenomen. En gelezen over de Etruskische geschiedenis van de omgeving.
Het belangrijkste gevoel wat ik wilde bereiken was, er proberen helemaal te zijn. Dat gewoon ondergaan en op me af laten komen. Wat letterlijk betekende veel voor het raam zitten en naar buiten kijken. En veel naar buiten gaan om te wandelen in de omgeving.
Mijn laatste kunstwerk was een sieraad met woorden, geknipt uit zilver. Dat werd het uitgangspunt voor het werk dat ik in Celleno wilde maken. Ik wilde woorden verzamelen en gaandeweg ontstond het idee om daarmee te tekenen. Ik zocht elke dag een woord dat bij die dag paste, bij het weer, mijn gevoel, wat ik zag, wat we meemaakten: regen, heimwee, ontmoeting, etc. Ik hield ook een dagboekje bij. De woorden vertaalde ik meteen in het Italiaans. En ik tekende met die woorden. Na 2 maanden waren dat er meer dan 60. Die woorden combineerde ik per maand op één pentekening.
Eén woord Ontmoeting, Incontro, sprong er voor mij uit. Dat woord heb ik uitgehakt in een stuk hout dat ik bij de ruïne vond. Doordat we veel grafsteden en musea over de Etrusken bezochten heb ik Incontro ook in Etruskische letters vertaald en uithakt in tufsteen.
Ook persoonlijk vond ik het een bijzondere ervaring om 2 maanden zo op mezelf te werken. De eerste maand vond ik het best moeilijk. Het was vaak slecht weer en ik had last van heimwee. De taal beheerste ik niet waardoor contact met anderen ook stroef verliep. De mensen in het dorp waren wel uiterst vriendelijk, en gelukkig sprak Andrea, de eigenaar van het café, Engels. Door mijn woordenproject werd het wel steeds makkelijker iets in het Italiaans te zeggen. Al was het maar pioggia (regen).
Een bijzondere ontmoeting hadden we met Massimiliano, eigenaar van de garage net buiten het dorp. Door de vele kuilen in de wegen, reden we een veer van de auto stuk. Via het café kwamen we bij hem terecht. Een ontzettend aardige man, met een heerlijke chaos in de garage. Toen we een keer op hem stonden te wachten, liepen we wat rond en ontdekten een compleet zelfvoorzienend terreintje achter de garage, met varken, kippen en moestuin. Dat zien we hier in Nederland niet vaak meer. Het lukt even niet het goede onderdeel te vinden, maar uiteindelijk heeft hij het heel goed opgelost en konden we snel weer op pad.
Vooral de kleinere steden hebben we bezocht in de omgeving. Orvieto, Tarquinia, Tuscania. Later nog wat verder naar Spoleto en Assisi. De Etruskische cultuur heeft grote indruk gemaakt. Prachtig vond ik de grafische structuur van het Etruskisch schrift. Daarbij ging het veeleer om het beeld dan om de betekenis, want de taal van de Etrusken is nog nauwelijks ontcijferd.
Fijn was het dat we een aantal kunstenaars kenden die ook in het huis hadden gewerkt. Zo konden we wat informatie krijgen over de omgeving. In Casa Amenta Maria voelde ik ook de verbondenheid met de andere kunstenaars die er gewerkt hadden. Daar kijk ik ook naar uit, om die te ontmoeten in augustus, en onze werken samen komen. In september 2018 hebben Kees en ik samen een tentoonstelling gemaakt in Zeeland over ons project in Celleno.
Voor Incontro 2020 zou ik graag de werken die ik aan CAM heb geschonken willen laten zien. Twee kleinere werken op papier, ingelijst. En de uitgehakte Etruskische letters in tufsteen. Verder zou ik een ruimtelijk werk van ijzerdraad willen maken ter plekke op locatie.