
“ We wilden het land van de Etrusken graag terugzien.We wilden graag zien wat Etrurië nu, een half mensenleven later, voor ons zou betekenen. Of het ons wederom zo zou inspireren”
De eerste reizen die Henny en ik samen maakten waren in de jaren 70 naar Italië.
De allereerste was een studiereis naar Pompëi en Tarquinia om de Romeinse en Etruskische muurschilderingen te bestuderen.
Destijds konden we alle Etruskische graven nog bezoeken. De conservator van het Etruskisch Museum in Tarquinia liet ons alle schilderingen zien.
We waren toen al enkele jaren als kunstenaar actief. We maakten installaties en kunstenaarsboeken.
Door de studies in Italië zijn we gaan schilderen. We ontdekten kleur.
Door Italië ontdekten we kleuren.
Italië was voor mij toen rood. Pompeiaans rood.
Na Italië hebben we nog vele reizen gemaakt en we gaven alle landen symbolisch een kleur. Die overigens niet voor altijd vast stonden.
In 2012 werd ons de gelegenheid geboden om gebruik te maken van CAM.
We wilden Etrurië graag terugzien.
We wilden graag zien wat Etrurië nu, een half mensenleven later, voor ons zou betekenen. Of het ons wederom zo zou inspireren.
We hadden niet veel materiaal mee genomen want we zijn niet met de auto gekomen. We reisden, zoals meestal, met weinig bagage.
Ik had tekenmateriaal en aanteken/schetsboeken bij me. En een kleine camera.
Ik heb foto’s gemaakt maar vooral veel getekend, geschilderd en collages gemaakt in boeken.
Door het verblijf in CAM is het maken van kunstenaarsboeken weer een belangrijk deel van mijn werk geworden.
Dat is wel grappig: nadat ik in 1976 door Italië meer en meer ben gaan schilderen en het maken van boeken op de achtergrond kwam te staan
Heeft het verblijf in CAM in 2012 juist het omgekeerde teweeggebracht:
Na de boekjes die ik in Celleno maakte heb ik me de afgelopen jaren vooral beziggehouden met het maken van kunstenaarsboeken.
Met als resultaat een solotentoonstelling van boeken in het Zeeuws Museum in 2018/19.
Behalve de vele lange wandelingen die we in de omgeving van Celleno hebben gemaakt
hebben we ook Tarquinia nog een keer bezocht.
Dit keer niet voor de Etruskische schilderingen. Dit keer is het de marmeren vloer van de Chiesa Santa Maria in Castella die ons heel erg geïnspireerd heeft tot het maken van nieuw werk.
In de expositie Incontro 2020 laat ik een installatie met een boek (of boeken?) zien. Geïnspireerd op de marmerpatronen van de Italiaanse kerkvloeren.
En een grote inkjetprint met daarop een bloeiende Mimosaboom. Het is de boom die naast Casa Maria Amenta stond. Ik heb begrepen dat hij inmiddels dood is. Met de print breng ik hem weer even terug.
Afgebeeld is de gele bloesem met daarin spiegels. Het geel vertegenwoordigt heel erg Italië voor mij. In Celleno was Italië voor mij niet rood maar geel. Wij noorderlingen projecteren allerlei romantische- en exotische ideeën in Italië. De spiegels echter spiegelen de realiteit, de spiegels laten niets meer zien dan wat er is.