
“Van het lichaam naar de einder”
In 2019 werd ik uitgedaagd om een aanvraag in te dienen voor een residentie
in Air CAM te Celleno in Italië. Ik ben me gaan oriënteren op de plek en omgeving; de rijke cultuur van de Etrusken kende ik nauwelijks. Hoe meer ik erover ontdekte hoe vreemder het werd dat dit zolang een bijna blinde vlek voor me is geweest. Van alles ben ik gaan verzamelen, lenen en lezen over de Etrusken. Hun beelden met de fascinerende overgangen van stevige volumes naar fragiele essentiële details, zoals in een brozen vrouwenfiguur uit 550 v.C. te zien is, hoe de vrouw haar rokken wat optilt. Zulke subtiele overgangen zijn ook te zien in het zwarte vaatwerk, op de muurtekeningen met de karakteristieke vormen, de verfijning en de uitgewerkte details. Geweldig! Ik was ervan overtuigd hierover nog veel van en over te kunnen leren. Vooral als ik de bouwwerken en de beelden in hun context zou kunnen zien en ervaren…
Het zou heel anders gaan. Vaak kwam de gedachte aan het motto van de Biënnale van Venetië 2019 bij me op: “May You Live in Interesting Times”.
Half februari 2020 gingen mijn vriend Victor en ik op pad. Onderweg wilden we vooral veel Etrusken in musea en grafmonumenten ontmoeten.
We gaan eerst langs vrienden in Frankrijk, daarna richting Italië. De coronapandemie “kennen” wij dan als iets van China. Toevallig stoppen we niet in Noord-Italië. We bezoeken het MIC Faenza (provincie Ravenna) waar ik ben geselecteerd voor een groepsexpositie (inmiddels uitgesteld naar 2021). In Florence (23 februari) zien wij voor het eerst mensen met mondkapjes. Er waren inmiddels veel besmettingen in Noord Italië. Op 25 februari bezoeken we Orvieto, daarna het Museo Archeologico Nazionale in Tarquinia plus de vele graven met muurschilderingen aldaar, het archeologisch museum in Civitavecchia en het Etruskisch museum in Tuscania. De 28e februari komen wij in Celleno aan, en worden vorstelijk ontvangen door Dieuwke en Aad en, verrassing, ook Judith; Noord-Italië heeft net de scholen gesloten, zij zit bij Triëst op school en is per trein naar haar ouders gekomen.
Op 29 februari, startte ik met het maken en inrichten van een atelier. Victor zou daarbij helpen en na ongeveer een week weer terug naar huis gaan, maar zou hij weer terug kunnen komen mocht dat nodig zijn? Italië nam steeds meer maatregelen. Moet je alléén in Celleno blijven, in een zo snel veranderende “onbekende” wereld?
Victor bleef.
Direct achter de ingang van CAM, bij de openslaande deuren, creëer ik een lege plek naast de trap waar de ruimte reikt tot het plafond. (Fijn veel ruimte boven het hoofd). Ik bekleed de vloer met stukken karton en de muur onder de trap achter de waspan met papier, zodat ik onbekommerd kan boetseren. In de nu verder overvolle studeerkamer staan lege tafels voor het raam, om te tekenen en geconcentreerd te lezen met enkel het uitzicht op het landschap. Ik kan aan het werk, mijn ogen en oren spitsen!
Dat de Etrusken hier met hun uitzonderlijke verrijkende culturen hebben gewoond, geleefd, gereisd en beelden hebben gemaakt, heel fascinerend!
Ik was van plan mij verder te gaan concentreren op de rijke geschiedenis en de sporen van de Etrusken. Maar nadat op 8 maart in Viterbo het Etruskisch museum gesloten bleek, realiseerde ik me dat alles anders moest.
Wij zitten op een fantastische plek, materiaal om beelden te maken heb ik uiteraard bij me, dus ik richt mij op wat wél kan. En besluit om mij te laten inspireren door de directe omgeving met het coulisselandschap en het zicht op de Tibervallei plus de snel veranderende wereld.
Wat me opviel was dat de geluiden in de vallei in eerste instantie moeilijk traceerbaar waren. Het geluid “gedroeg” zich geheel anders dan ik ken, wonend en werkend in een meer stedelijke omgeving, omgeven door stenen van gebakken klei.
Nu hoor ik het vogelgezang (zie ze niet) als water en kleine kabbelende geluiden een gevarieerd concert veroorzaken, geen vogel voert de boventoon alsof er is afgesproken: we doen het met z’n allen,“wij stromen”.
Dan hoorde je landbouwwerktuigen maar zag ze niet, hoorde je blaffende honden maar zag ze niet of er was iemand aan het zingen of fluiten, ergens heel dichtbij, zo leek het, maar je zag niemand. Er waren beierende klokken, kwam het uit Roccalvecce of uit Celleno? Iedere dag rond negen uur ’s ochtends hoorde ik de schaapskudde van Egidio en Sergio, die de kleerhangers in de kasten deed bewegen en het bijzettafeltje naast het bureau deed rammelen, als ze de andere kant opgingen om te grazen. Door de dag heen zorgden de schapen voor een mooi, ijl, zacht geluid met de verschillend gevormde klinkende bellen die enkele schapen droegen. Soms wel vijftig meter lager, soms zichtbaar of hoorbaar, soms beide.
Vanochtend om kwart over zeven ineens heel veel klokkengeluiden. Dacht meteen aan een aardschok, dat kan er nu echt niet bij. Maar de dieren reageerden, zo hoorde ik, als gewoonlijk, terwijl die zoiets vaak veel eerder in het lijf merken dan wij.
Geluid is naar mijn idee een van de onderschatte beïnvloeders van ons welzijn, zowel positief als negatief. Daar ik merkte dat geluiden een sterke invloed hebben op mijn welzijn, leek het mij een idee om geluid te suggereren en de kwetsbaarheid en de kracht ervan te verbeelden. Eerder maakte ik bellen (met en zonder klepels van brons en porselein), drumstellen met geïmplodeerde trommels, bekkens en trapbekkens, een auto met toeters uit het dak. Ook in Celleno maakte ik beelden opgebouwd uit bellen, klokken en toeters. Toen ik een buurvrouw te hulp was geschoten kwam zij mij later een grote chocoladeklok brengen. Een katholieke paastraditie! Zo aten we ook nog klokken.
Op 10 maart moeten ook de winkels sluiten (behalve die voor levensmiddelen). Enkel korte wandelingen 200 meter in de directe omgeving van het huis (geldt ook in het buitengebied) zijn toegestaan. We vinden op 11 maart het formulier dat je moet invullen en bij je moet hebben. Wie ben je en wat ga je doen? Boodschappen doen mag wel. We lopen bijna dagelijks twee verschillende rondjes en doen dan boodschappen, het grote voordeel daarvan is, dat je het dan allemaal echt ziet veranderen. Gisteren zag ik bijvoorbeeld een bloeiende boom waarvan ik echt de idee had dat die op de heenweg anders was dan op de terugweg. Op 14 maart worden we in Celleno aangehouden door de politie. (Het eerste machogebeuren sinds we in Italië zijn.) Ik begrijp de ernst van de hele zaak, maar dit was wat vreemd, enfin, voor hen natuurlijk ook. We stonden net voor de supermarkt, konden daar nog wel boodschappen doen en daarna gingen we ook direct terug naar huis. Op het andere rondje, richting Roccalvecce is er minder kans dat we politie tegenkomen.
Voor iedereen was de situatie nieuw, het voordeel voor ons was dat alles – een tijdelijke plek in een onbekend landschap, huis-atelier, land en taal – ook bedóeld nieuw was. Een nieuwe kans! Er moesten knoppen worden omgezet: naar buiten kijken, in de tuin zitten en kijken, het was niet vertrouwd maar een nieuwe mogelijkheid om (in) te zien. Actief blijven betekende rondjes in de tuin lopen en het landschap steeds anders zien en zien veranderen. Kilometers heb ik gemaakt, elke dag, en zodoende beleeft waar ik was.
15 maart: Vandaag, zondag, een“rust”dag. Heerlijk in de tuin. Nadenken. Het werken gaat heel traag maar er gebeurt wat (weet nog niet echt of het iets is). Lees nu D.H.Lawrence’s ‘Etruskisch testament’ met waanzinnige lyrische omschrijvingen. Het is heel eigenzinnig, en geeft veel ruimte om je eigen gedachten “wijder” te maken, wat heel spannend is.
Een werkperiode kan ook resetten inhouden. Een pas op de plaats, inzoomen, tijd om manieren te zoeken om te kunnen werken aan dat wat mij belangrijk lijkt. Het herwaarderen van het persoonlijke tempo, geheel los van alle door andere bedachte vakken of hokken. Hoe kun je iets maken, iets bekijken met zo min mogelijk vooroordelen? Hoe kun je nog onbevangen naar iets kijken, opnieuw leren zien?
Victor voelt zich hier steeds beter, is heel huishoudelijk en doet dat ook met plezier. Hij vindt steeds weer klusjes om te doen. Ik hoop niet dat er iemand in de zomer dagelijks verse brandnetelthee wil drinken want brandnetels zijn lastig meer te vinden… En alle rozen zijn gesnoeid.
Wij genieten van het uitzicht, de tuin en het huis, het inzoomen waar ik altijd erg voor ben heeft nu wel een hele speciale betekenis gekregen. In de tuin zie je ook steeds meer, en we zien het groen worden, een deel van de rotswanden, waar toen wij kwamen de bomen wat grafische lijnen toonden, is nu een “zee’ van verschillende kleuren groen en je ziet het veranderen.
Op 20 maart kwamen er strengere maatregelen: een totale “lockdown”. Niemand mocht op straat komen, behalve één persoon per gezin, enkel voor het inkopen van voedsel of medische noodzaak of voor essentieel werk. Boodschappen doen moest in de eigen gemeente (met verplicht mondkapje op plus handschoenen aan en met de auto naar de winkel). Gelukkig was Victor er, hij deed de boodschappen, kocht een mondkapje bij de apotheek, kookte, miste zijn gitaar en begon aan een cursus Italiaans.
27 maart
Net de eerste hop gezien. Helemaal gelukkig.
De kuifmees bouwt zijn nest in de muur naast het raam waaruit ik kijk. De oleander als voorsoorteerplaats om het nest in te gaan, eerst met enorme stukken veer, daarna met kleine porties voedsel. De putters in de cipressen. De eksters krassen en maken ruzie, zo lijkt het, in de pijnboom. En de hop roepend in de verte, maar gelukkig een paar keer geland in een boom in de tuin. De hop is in het echt nog veel mooier en fascinerender dan ik mij had voorgesteld. Een vogel die er zo verschillend uit kan zien, al naar gelang de gemoedstoestand met de verenkam op of neer en de zwart/ witte vleugels en staart, en dan toch in een open boom heel moeilijk te zien zijn, maar gelukkig maken ze ook geluid: een basaal “kop-op, kop-op!”
10 april: code rood in Celleno omdat er Covid 19 gevallen zijn in een van de bejaardenhuizen, volledige stilstand. Betonblokken en afzettingen op de toegangswegen, niemand de gemeente in of uit (uitgezonderd noodsituaties en leveranciers van levensmiddelen/ medicijnen). Intensieve controle op naleving van de lockdown.
Het doordringen tot de kern is het meest wezenlijke van het persoonlijke kunstenaarschap en ook direct het meest confronterende van het vak. Ik sprak met mijzelf af te proberen ‘het” zonder scrupules te laten stromen, beoordelen en kiezen komt later. Het was pittig, het wikken en wegen wat te doen en dan soms ineens een flow om iets te maken. Dat zijn bekende patronen. Toch verloopt het iedere keer anders, alsof je steeds overnieuw begint.
16 april
Sinds een paar dagen hebben wij nu ook handschoenen en een mondkapje voor mij. Victor kon er eentje kopen bij de farmacie. (Je wilt ook niet te opdringerig zijn in deze situatie). Hij ziet altijd politie maar ze laten hem met rust, hij zwaait, zij knikken als ze hem zien. Maar Victor vindt het prima om de boodschappen te doen (heel luxe voor mij). De supermarkt heeft ook heel goede groenten en fruit. Wij eten erg lekker. Victor gaat ook naar de winkel van Rita voor groenten en naar de slager (niet altijd want daar zijn vaak wachtrijen). Het afval wordt ook gewoon opgehaald.
Ik loop rondjes om het zwembad, doe daarnaast ook Pilates wat echt heel fijn is. Iedere dag moet ik me ertoe zetten maar dan voel ik me beter, meer in evenwicht. Met al dat denken zit ik zo in mijn hoofd en door die dagelijkse oefeningen wordt mijn lichaam er als het ware bij gehaald.
Via 3-dimensionale beelden vragen proberen te stellen waarna er nieuwe vragen komen en weer nieuwe vragen enzovoort, enzovoort. Dat hield me bezig zoals het me altijd bezighoudt. Vragen die gaan over de kwetsbare details, die een seconde, minuut, uur of een maand kleuren. Details die voor mij niet in woorden te vatten zijn, maar wel een fascinerende bron vormen om beelden te maken. Hoe plaats in te nemen?
Heb in de kast het boek ‘Het naakte leven’ gevonden van Luigi Pirandello, geweldig, zag vandaag nog een boek van hem.
Ik was een tijd enorm aan het klooien met mijn werk, ik was ontevreden er kwam te weinig uit, en werd steeds chagrijniger. Heel erg voor Victor, hij kan nu niet wegfietsen of zo. Heb de werktafels maar eens opgeruimd en mijzelf gedwongen op te schrijven wat ik heb gedaan. Het was helemaal niet weinig. Maar het blijft lastig om dat allemaal goed te zien.
Morgen een tekendag. Het geklooi eindelijk gekeerd, wat een enorm gedoe toch altijd, alsof ik steeds opnieuw begin. Afschuwelijk, maar toch het hoort het er heel erg bij!
Een algehele reset periode, ben verder aan het werk (niet op zondagen) en heb net (een uitgave van de HEMA!) Luigi Pirandello, “Het naakte leven” uit. Wat een fantastisch boek. Het is hier heerlijk qua temperatuur, vandaag in ligstoel wel met vest aan maar heerlijk. Antonio heeft ook de was buiten en is doende om het huis met soms energieke fluitmuziek gevormd door zijn lucht en de mond.
Ik lees nu Philipp Blom ‘Een Italiaanse reis’, ook heel interessant. Ondertussen gebeurt er al met al een heleboel. Soms denk ik: ik had al die schatten uit de omgeving en die verder gelegen landschappen, die klauterwandelingen die ik wilde gaan maken, er toch helemaal niet bij kunnen hebben…
25 april, code rood wordt opgeheven. Korte wandelingen in de directe omgeving (alleen in het buitengebied) worden weer toegestaan. Maar we mogen op de oorspronkelijk geplande 30 april niet naar huis reizen…
De beelden zitten ingepakt, dat blijven ze gedurende de quarantaine van twee weken, daarna ga ik pas weer naar mijn eigen atelier en kan ik de beelden uitpakken. De beelden zijn nu van boetseerwas. Ik wilde graag direct werken. Hetgeen ook betekent dat er nog iets mee moet. De vraag wordt of ik sommige beelden van brons laat gieten, of ga ik mallen maken om beelden van porselein te kunnen maken, (of beide!). Ik ben er nog niet uit. Sommige onderdelen van de beelden, kon ik niet in Celleno maken, deze heb ik wel ontworpen, maar kan ik van gips gaan draaien. Zodat er ook verschillende karakters van vormlijnen in een beeld kunnen ontstaan. Ik ga rustig kijken en zien wat er verder mee moet om een waardige afspiegeling te krijgen over een uitzonderlijke periode.
Gisteren zagen wij een vlieger, op het land richting Monica, wit lichtgeel en licht blauw. Een heel feestelijk beeld.
27 april
Victor gaat vandaag naar de politie i.v.m. terugreis. Saverio is standby. Echt zo heel fijn. Ik heb gisteren mijn rondjes om het zwembad record verbroken met 6.2 km!
Saverio Senni gaat voor ons maandagmorgen nog contact opnemen met de douane in het noorden zodat we weten of het wel/ niet kan door Zwitserland. Is nu onduidelijk.
4 mei
Ha Dieuwke, een groet uit Mulhouse in Frankrijk alwaar we overnachten. De reis ging helemaal prima. Aardige mensen bij de grenzen. Weinig mensen op de weg. En een prachtige reis door Zwitserland. Morgen verder.
De thuisquarantaine kan ik gebruiken om ook eens even te kijken: wat is er nu gebeurd? Het klinkt misschien zot, maar ik was in het begin van de AIR periode wel serieus bang dat ik niet goed zou kunnen werken.
Het is toch goed gegaan, want ik heb geconcentreerd kunnen werken en mij geheel kunnen verdiepen in mijn eigen werk.
De mens in een stukje wereld, omgeven door rotsen van vijftig meter hoog die ooit een andere vorm hadden, waarvan delen vloeibaar zijn geweest. Het maakt de mens nietig, de mier krachtig, die lopend over de lavastenen, met een bloembladzonnescherm dat groter is dan zij zelf, moeiteloos door het ene kratergat gaat en om het andere heen loopt. Ik ga nog van Edward Thomas het boek “Bezeten van mieren” lezen. Uit Celleno heb ik een tufsteen mee genomen om te kijken hoe Nederlandse mieren met “kraters” omgaan.